Gelukkig zijn.....ongeacht de omstandigheden

Gepubliceerd op 14 september 2021 om 01:04

Als je deze titel leest bekruipt je misschien al onmiddellijk een  gevoel van: “Ja dat kun je nu wel zeggen, maar .................”,

Inderdaad, hoe durf ik dit ook zomaar te schrijven: "Gelukkig zijn ongeacht de omstandigheden." Hoe kun je gelukkig zijn als je al die ellende in de wereld ziet? De wereld die blijkbaar op zijn kop staat. Als je een beetje met de mensheid begaan bent, en op de hoogte bent van wat er speelt,  is het moeilijk om gelukkig te zijn. Er heerst een pandemie die veel angst zaait. Er zijn mensen die hun land moeten ontvluchten, honger lijden, dakloos zijn vanwege natuurrampen, oorlogen, bosbranden, en nog veel meer. Om over ongelukken, seksueel geweld, bedriegerijen e.d. nog maar te zwijgen. En het is zeker heel moeilijk wanneer het leed jezelf overkomt. Want dan zit je er midden in en heb je

misschien wel het gevoel dat je kopje onder gaat. En blijf dan toch nog maar eens in je geluk zitten. Dat lijkt onmogelijk. Toch zijn er oeroude, wijze bronnen (o.a. de Veda's van India) die ons leren dat dit echt wel mogelijk is, en dat we dat zelfs horen te doen.

Zo'n boodschap, dat is nogal wat!

 

Twee vormen van gelukkig zijn (ongeacht wat er om je heen gebeurt).

 

  • Je kunt 'gelukkig' zijn als je je nergens iets van aantrekt.

Ik heb wel eens iemand horen zeggen: “O wat ben ik gelukkig dat ik in een rijk land woon. Ik heb helemaal geen last van alles wat de t.v. aan ellende laat zien, want daar kan ik toch niets aan doen. Ik vind dat wel erg voor die mensen, ja. Maar ik woon in een mooi huisje, krijg elke maand mijn geld en heb alles wat ik nodig heb."

Oké, deze persoon zegt op deze manier gelukkig te zijn. En dat geloof ik ook. Maar tegelijk krijg ik een klein beetje een kriegelig gevoel dat ze nogal egocentrisch gericht is. Als de problemen haar maar niet persoonlijk raken (dus: als ik het maar goed heb), dan is ze gelukkig. En die keuze kan en mag ze natuurlijk ook maken, want ieder mens heeft een vrije wil. Maar dit soort geluk is niet waarover de wijze bronnen spreken. Die bedoelen dat je gelukkig kunt zijn ook indien de problemen wel met jezelf te maken hebben.

 

  • Je kunt gelukkig zijn als je totaal onbewust bent van de misère om je heen.

Een voorbeeld hiervoor is Boudewijn de Groot. Hij zong een lied op de Indië-herdenking op 15 aug. 2010. Het was toen 65 jaar geleden dat er een einde kwam aan WO II nadat Japan capituleerde. Ondanks dat Boudewijn een kampkind was, zong hij: “Ik heb de hel niet gekend”. Want hij was toen nog maar een baby, en die weet van niets. Als baby speelde hij met zijn tenen en had zijn buikje rond, want iedereen had wel iets te eten voor hem bewaard. Boudewijn was als baby gelukkig, terwijl de vrouwen en meisjes in het kamp grote ontberingen moesten lijden. Hij zong dat hij als baby gelukkig was, terwijl het lichaam van zijn moeder in een kuil werd gedumpt. Hij heeft zijn moeder dus helemaal niet gekend. Boudewijn was gelukkig te midden van zeer barre omstandigheden omdat hij van niets wist. Later, toen hij bewust werd, drong een en ander pas tot hem door…. Maar als je je ergens niet van bewust bent, als je iets niet weet, dan lijd je ook niet en kun je beslist heel gelukkig zijn.

De kunst is echter om volledig en diep gelukkig te zijn

(zo gelukkig als een kind),

terwijl je wél bewust bent van wat er speelt.

 

Enkele voorbeelden van mensen die toch gelukkig (blijmoedig) bleven,              ondanks de misère waarin ze verkeerden.

 

  • Mensen kunnen heel verschillend met vreugde en verdriet omgaan. Zo was er een dame die drie maanden lang het bed moest houden nadat haar man was overleden. Ze kon niet meer lopen. Ze was letterlijk verlamd (lamgeslagen) door dit grote verlies.  In die periode kon ze echt niet gelukkig zijn. Ik herinner me ook iemand die na het overlijden van haar man naar de fles greep en deze niet meer losliet. Zij 'verdronk' zich in het verdriet. Maar er was ook een jonge moeder die eveneens haar partner verloor en het tegenovergestelde deed. Ze trok sportkleding aan en ging met haar kinderen joggen in het bos. Ik heb haar helemaal zien opbloeien. Wellicht dat de liefde voor haar kinderen haar de kracht gaf om het zo te doen. Dat zij zich daardoor meer richtte op de zorg voor haar kinderen, dat zij voor hen een dapper voorbeeld was, dan dat ze zich richtte op het verlies van haar man.
  • Etty Hillesum was een jonge Joodse vrouw, 27 jaar oud, en vertelt in haar dagboeken over wat ze meemaakte in de tweede wereldoorlog. Haar vooruitzichten waren echt niet goed. Toen ze tenslotte in het concentratiekamp verbleef, maakte ze ‘s avonds voor het slapengaan nog een wandeling langs het prikkeldraad waarmee het kamp was afgezet. In een hoek bleef ze staan, keek naar de met sterren bezaaide hemel en de tranen van dankbaarheid stroomden over haar wangen bij het zien van zoveel schoons en goeds. En zij dankte God daarvoor! Kunnen wij ons dit voorstellen? Dat je tranen van dankbaarheid kunt huilen terwijl je in zo'n penibele situatie zit? In een concentratiekamp, bij het prikkeldraad, met de barakken op de achtergrond waar al die zieke en hongerige lotgenoten zijn?  Op dat ogenblik kon Etty dankbaar en gelukkig zijn ondanks het feit dat ze wist dat ze de vernietiging tegemoet ging. Dat Etty dankbaar en gelukkig was, dat zijn wellicht maar een paar ogenblikken geweest. Ik denk dat ze ook echt wel haar moeilijke momenten heeft gehad. Maar de bedoeling is, dat we leren om ongeacht met welke problemen we te maken hebben, we toch en zelfs voortdurend gelukkig kunnen zijn. En Etty heeft ons hier een stukje van laten zien.
  • En wat te denken van Nelson Mandela? Misschien heb je destijds op de t.v. gezien hoe hij na 27(!) jaar gevangenschap werd vrijgelaten en in zijn land verwelkomd werd? Hij was energiek en fit. Geen spoortje van wrok of haat. Hij had zijn kracht en zelfs zijn blijmoedigheid behouden. Op 75 jarige leeftijd werd hij president van Zuid-Afrika. Hij wordt beschouwd als de 'vader des vaderlands'.
  • En Gandhi, dé grote vrijheidsstrijder van India. Het deerde hem niet als hij voor de zoveelste keer in de gevangenis geworpen werd.
  • Titus Brandsma had daar ook geen moeite mee. Die schreef zelfs dat hij bad tot God dat men hem rustig in afzondering zou laten zitten, zodat hij alle tijd had om vredig met Hem alleen te kunnen zijn. Titus maakte dus van de nood een grote deugd, zoals Nelson en Gandhi dat ook gedaan hadden. Zij bleven gelukkig en gelijkmoedig ongeacht hun omstandigheden.
  • Toen ik met iemand sprak over ‘gelukkig kunnen zijn ongeacht de omstandigheden’, zei deze persoon: “Ja, dat kan toch wel. Want ik had een ongelukkig huwelijk, maar zelf was ik toch echt wel gelukkig.” Ja, wanneer je je aandacht richt op je ongelukkige huwelijk, dan ben je ongelukkig. Maar als je je aandacht richt op je de dingen die je wel blij maken en de dingen die wel goed gaan, dan wordt het heel anders. Maar deze dame heeft toch de knoop moeten doorhakken en koos ervoor om alleen verder te gaan. Zowaar in volle tevredenheid en blijmoedigheid.

 

Om onszelf bewust gelukkig(er) te maken, dienen we ons innerlijke 'geluksplekje' te vinden.

 

Maar hoe doen we dat?

 

  • Om te beginnen zouden we eerst onszelf een beetje beter moeten leren kennen op dit gebied. Hoe is het gesteld met jouw 'gelukkig voelen'? Ben je gelukkig op dit moment? Ben je echt gelukkig? Of juist niet? Of nog lang niet? En wat voor geluk is dat dan? Misschien kom je voor verrassingen te staan als je jezelf op deze manier even onder de loep neemt.
  • Daarna zouden we eens moeten nadenken over wat je gewoonlijk doet om jezelf gelukkig(er) te maken. Doe je dat via materiële zaken? Dus door dingen te kopen of veel te reizen. Of doe je dat door te werken aan je jezelf, aan de verbetering van je eigen karakter. Bijv. door positief te denken en je schaduwkanten onder ogen te zien? Of doe je dat door jezelf spiritueel te voeden? Door goede boeken te lezen, goede muziek te luisteren, te mediteren, of een wandeling te maken in de natuur?
  • Besef dat dit alles je gelukkig(er) kan maken, maar dat dit geluk eigenlijk steeds alleen maar tijdelijk is en dat je het van buitenaf naar je toe haalt. Steeds opnieuw zul je weer iets moeten bedenken of doen om dat geluksgevoel opnieuw te kunnen voelen.
  • Maar dan komt er een belangrijke stap. Dé belangrijkste. En dat is dat we dienen te beseffen dat echt geluk (en blijvend geluk) alleen maar in ons binnenste te vinden is. Geluk is ons blijkbaar aangeboren. Het ligt al binnen in ons als we ter wereld komen. Kijk maar eens hoe sprankelend blij en gelukkig een baby kan zijn. Dus: om gelukkig te zijn hoeven we eigenlijk alleen maar naar binnen te keren en dat plekje op te zoeken waar het geluk ontspringt. Daar dienen we in te gaan zitten. Daar dienen we ons mee te vereenzelvigen. 

 

Ontdek je geluksplekje

 

Het is niet zo moeilijk om dat innerlijke geluksplekje te ontdekken. Bijvoorbeeld: hoe voelt het als je van iemand een welgemeend complimentje krijgt? Voelt dat niet sprankelend vanbinnen? Is het dan niet alsof er op dat bepaalde plekje een fonteintje bruist of een lichtje brandt? Dan beginnen zelfs je ogen te stralen. Want dat lichtje dat binnen in je brandt straalt door je ogen naar buiten. Die glinstering in je ogen heb je ook als je je vitaal voelt en het goed met je gaat. Of als je enthousiast bent over iets. (Men zegt trouwens dat ‘enthousiast zijn’ betekent ‘met God verbonden zijn’). En dat licht straalt ook als je ergens heel dankbaar voor bent en  gewoon heel blij bent. Men zegt niet voor niets dat de ogen de spiegel van de ziel zijn.

Mocht je op dit moment geen geluksmomentje hebben, denk dan terug aan iets wat je eerder al eens echt gelukkig gemaakt heeft. Dan voel je dat plekje ook. Ga daar dan met je gevoel in zitten. Wat je dan doet is dat je eigenlijk plaats neemt in het Licht in jezelf. Want dat geluk dat je daar voelt, dat is het sprankelende licht van je Ziel. Of je kunt het ook het licht van je Hoger Zelf noemen, of  het Goddlijke-in-jou, of nog anders. Het is in ieder geval DAT wat we in diepste wezen zelf zijn. Je zult nergens meer geluk vinden dan daar.

 

Je eigen geluksplekje opzoeken betekent dus dat je je eigen licht aansteekt.

Het begint te stralen.

En je kunt ook het licht van een ander aansteken door jouw lichtje te laten schijnen.

 

 

 

Als je nu eenmaal weet dat dit geluksplekje het Licht is van je Ziel, dan kun je je ook meteen al rechtstreeks richten tot je Ziel. Vraag je af, of beter nog voel op welke frequentie jouw Ziel vibreert.  Dat lijkt heel moeilijk, maar je moet gewoon even de 'gevoelige snaar' zien te vinden. Als ik dat zelf doe, dan wordt ik in eerste instantie heel rustig en gelijkmoedig. Het wordt vredig en ruim van binnen. En als ik het meer tijd geef, dan voel ik mezelf steeds blijer en lichter worden. Een gevoel van zeker weten dat alles Goed is. Dat ik gelukkig ben, ongeacht in wat voor omstandigheden ik mezelf of de wereld zich bevindt. Ik wil mezelf hier niet als voorbeeld stellen, maar ik vertel dit omdat ik geregeld ervaar dat de lessen van de wijze boeken juist zijn. Het klopt wat ze ons leren. Maar wij horen het uit te proberen, toe te passen, ons eigen te maken.

 

Als je je geluksplekje ontdekt hebt, is het natuurlijk een kunst om daar zoveel mogelijk met je aandacht in te verblijven. Blijf voeling houden met je Ziel, met het Goddelijke-in-jou. Om je er tenslotte volledig mee te vereenzelvigen. Weet en voel dat je DAT bent.

Jammer genoeg is er over het algemeen een ‘aardverschuiving’ nodig in het denken van de mensen vooraleer men zich kan of durft te vereenzelvigen met iets zo hoogstaands als de Ziel, of je Hoger Zelf, of de God-in-jou. Dat riekt zogezegd naar waanzin of godslastering of iets dergelijks. Maar toch is dit blijkbaar hoe het is. Jezus zei destijds toch ook al tegen zijn discipelen: “Weet gij dan niet dat gij goden zijt?” En hij zei ook: “Het koninkrijk der hemelen is in u.”

Jazeker, het is een hele onderneming om dit zo te leren. Het is een proces van vallen en opstaan. Dus oefenen en blijven oefenen.  Want dit is de beste manier, eigenlijk de enige manier, om echt en blijvend gelukkig te kunnen zijn, ongeacht wat er om ons heen gebeurt. We dienen te worden Wie we in diepste Wezen echt zijn. Groter geluk is er niet.

 

En tot slot, niet onbelangrijk, als je je meer en meer vereenzelvigt met je Ziel, met de God-in-jou, met je Hoger Zelf, dan leer je vanzelf al je fouten en tekortkomingen al af. Dan is het leven echt geen strijd meer. Dan is het leven een feest. Terwijl je toch weet hebt van problemen en moeilijkheden. Je blijft krachtig en in staat om het werk te doen wat je te doen hebt en om mensen te helpen. Je voelt je ontzettend goed als je in jeZelf verblijft. Ontzeg je deze hemelse gevoelens niet.

 

Gelukkig zijn is onze ware natuur.

Als we niet gelukkig zijn, zijn we niet onsZelf.

 

 

 

VicToria

 

Wil je op dit artikel reageren, dan kan dat via de contactpagina.

Zie knop 'contact'.