Praten met elkaar

Gepubliceerd op 2 december 2021 om 00:28

Als mensen samenkomen wordt er over het algemeen druk gepraat. Ze hebben zoveel te zeggen.

Zoals bij ontmoetingen, op feestjes, bij vergaderingen, op cursussen, via de telefoon. enz. Dat kunnen gemoedelijke gesprekjes zijn, even de laatste nieuwtjes delen, herinneringen ophalen, of ook complete discussies. Er is zoveel waarover gesproken kan worden. Maar in dit artikel gaat het speciaal over het spreken met elkaar in de vorm van een discussie of in de vorm van een dialoog. Want dat is een groot verschil.

We zouden ervoor moeten waken dat we met elkaar in een discussie verzeild raken.

 

Waarom moeten we daarvoor waken? Omdat een discussie maar al te vaak ontaardt in een welles/nietes spelletje. Mensen willen maar al te graag (meestal ook onbewust) hun gelijk halen. Ze concurreren met elkaar. Dat gedrag is er van jongs af aan al ingeslopen. Dat is zozeer ingebakken in onze cultuur, dat het een gewoonte, een automatisme, geworden is. Wie weet het 't beste, wie is de snelste, de mooiste, de slimste, de rijkste, de slankste, enz.  Maar daar gaat het allemaal niet om. Dat concurrerend gedrag kan zelfs flink belemmerend werken. Daarom is het veel verstandiger om de dialoog te gebruiken. Dat wil zeggen dat we naar elkaar luisteren en juist daar ons voordeel proberen uit te halen.

In principe heeft dan ook iedereen net zoveel gelijk als ongelijk. Niemand heeft alle wijsheid in pacht. We zijn allemaal mensen onderweg, en ieder heeft zijn eigen stukje te leren. We leren dus niet alleen van boeken en cursussen, maar net zoveel van een goed gesprek met elkaar.  Dus zouden we van nu af aan eigenlijk heel oplettend moeten zijn of we verzanden in een discussie in plaats van een dialoog te voeren. En dat geldt voor elke gelegenheid en in elke situatie waarin we met mensen spreken. Dus ook op je werkplek, en zeker ook thuis.

 

De dialoog

 

Van een wijs man (Ramon Panikar; theoloog, schrijver, priester….., geboren in 1918 in Spanje uit een Indiase vader en een Spaanse moeder) kwam ik enkele interessante teksten tegen die gaan over de intra-religieuze dialoog. Maar hetzelfde geldt voor een gewone dialoog. Panikar zegt o.a.:

 

“Als u aan een intra-religieuze dialoog begint, bepaal dan niet van tevoren wat u wel of niet mag geloven. Als u van uw geloof getuigt, verdedig dan niet uzelf of uw eigen belangen. Wees als de vogels in de lucht. Ze zingen en ze vliegen, maar ze verdedigen hun zang of hun schoonheid niet. Als u een dialoog voert, zie uw gesprekspartner dan als een onthullende ervaring, precies zoals u de leliën des velds zou moeten beschouwen. Als u aan een intra-religieuze dialoog begint, probeer dan eerst de balk uit uw eigen oog te verwijderen voordat u de splinter uit het oog van uw buurman verwijdert.

Gezegend zij die zonder arrogantie aan de dialoog deelnemen. Gezegend zij die op anderen vertrouwen omdat ze op Mij vertrouwen. Gezegend ben jij die niet wordt begrepen door je eigen gemeenschap of door anderen omdat je de waarheid trouw blijft. Gezegend wie vasthoudt aan eigen overtuigingen zonder ze als absolute waarheid te presenteren.

Wee de theologen en academici die de meningen van anderen afwijzen omdat ze ze lastig of niet geleerd genoeg vinden. Wee degenen die een religie belijden maar het roepen van de kleinen niet horen. Wee de religieuze autoriteiten die veranderingen en herbekering onmogelijk maken. Wee de gelovigen, want jullie monopoliseren de religie en onderdrukken de geest die waait waarheen Zij wil en zoals Zij verkiest.”

 

Hoe praten deze twee papegaaien met elkaar?

Voeren ze een dialoog of een discussie?

 

 

Mooier kan ik het niet zeggen.

Een houding van openheid, van écht luisteren, en daarna je eigen gefundeerde conclusie trekken (je eigen waarheid distilleren) vormt je persoonlijke groeiproces.

En dat is nu juist waar het om gaat.

Toch?

 

VicToria

 

 

 

Wil je op dit artikel reageren, dan kan dat via de contactpagina.

Zie knop 'contact'.